De geschiedenis van Coca-Cola.

Coca-Cola is bedacht door John ’Doc’ Pemberton en Frank Robinson. Pemberton was een uitvinder uit Atlanta (gelegen in Amerika) en had al vele successen gehad met onder andere haarverf, hoestsiroop en leverpillen.

Omdat het in de zomer erg heet is in Atlanta, werden er op iedere hoek van de straat frisdranken verkocht. Pemberton hoopte zelf ook een frisdrank op de markt te brengen, die niet alleen lekker verfrissend zou zijn, maar ook hetzelfde opwekkende effect heeft als koffie en thee. Daarom bedacht Pemberton samen met Frank Robinson in 1880 Coca Cola, een frisdrank met een minimale hoeveelheid van een extract van de coca-plant, de Afrikaanse kolanoot en synthetische cafeïne om de frisdrank een oppeppende werking te geven. Hier werden nog enkele vruchtensappen en oliën aan toegevoegd, zodat het drankje ook nog lekker smaakte.

De naam Coca-Cola komt van het feit dat het drankje vroeger nog Cocaïne bevatte. Dit is een oppeppend bestanddeel uit de coca-plant, dat na enkele jaren uit het drankje werd verwijderd.